Vices & Virtues
- Hilde
- 10 apr 2020
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 14 apr 2020
Hoe deugden gebruikt kunnen worden tegen ondeugden
In 1714 schreef Filosoof Bernard de Mandeville het boek The Fable of The Bees: or, Private Vices, Publick Benefits.[1] Hierin is een satirisch gedicht getiteld The Grumbling Hive: or, Knaves turn’d Honest opgenomen, waarin Mandeville een bijenkolonie beschrijft. De bijen leven voorspoedig, totdat ze besluiten om voortaan eerlijk en deugdzaam te leven. Wanneer zij hun verlangen naar persoonlijke profijt namelijk opgeven, stort de economie van hun korf in en gaan ze simpele, deugdzame levens leiden in een holle boom. Met het gedicht (en dat wordt al duidelijk met de ondertitel) impliceert Mandeville dat persoonlijke ondeugden leiden tot sociale voordelen. Hieronder volgt een deel uit het gedicht, waarin hetzelfde idee naar boven komt.[2]
“Thus every part was full of vice,
Yet the whole mass a paradise.”
“Such were the blessings of that state,
Their crimes conspired to make them great.”
“Dus elk deel was vol van ondeugd,
Toch de hele massa een paradijs.”
“Zo waren de zegeningen van die staat,
Hun misdaden zworen samen om ze groots te maken.”
Iets waar ikzelf al jaren door word gefascineerd zijn ‘de zeven klassieke ondeugden’, wellicht beter bekend als ‘the seven deadly sins’.[3] Dodelijke zonden, niet bepaald iets waar je met plezier over nadenkt, zou je zeggen. Ze zouden goede menselijke relaties namelijk bedreigen. Mandeville ziet deze zeven hoofdzonden echter als aanjagers van economische ontwikkeling. Ook hier stuiten we dus op die voordelen. Laat ik de zeven even op een rijtje zetten:
Hoogmoed (superbia)
Hebzucht (avaritia)
Begeerte (luxuria)
Vraatzucht (gula)
Afgunst (invidia)
Toorn (ira)
Luiheid (acedia)
Zoals ik in mijn essay Voetballer bij Ajax beschreef, stelde filosoof Alastair MacIntyre dat corrumpering binnen instituties tegen kan worden gegaan door deugd.[4] Zo zouden we het najagen van ondeugden dus recht kunnen zetten door middel van deugden. Met name Aristoteles werkte ‘de vier kardinale deugden’ uit: wijsheid (prudentia), rechtvaardigheid (lustitia), gematigdheid (temperantia) en moed (fortitudo).[5] Daar kunnen we ‘de drie goddelijke of theologale deugden’ uit het Christendom aan toevoegen: geloof (fides), hoop (spes) en liefde (caritas). Zo hebben we zeven deugden verzameld, die we tegenover de zeven ondeugden kunnen zetten. Deze zijn natuurlijk niet exact elkaars tegengestelden, maar we kunnen wel een lijstje opstellen waarbij ze ongeveer passen. Dat zou er zoals het onderstaande uitzien. Uiteraard zal ik elke tegenstelling ook illustreren.
Hoogmoed – wijsheid
Hebzucht – rechtvaardigheid
Begeerte – hoop
Vraatzucht – gematigdheid
Afgunst – geloof
Toorn – liefde
Luiheid – moed
Wanneer het goed met iemand gaat, kan deze persoon zichzelf als ‘de beste’ gaan zien, in wat dan ook. Dankzij die hoogmoed zet hij zich dan boven iedereen, helemaal alleen aan de top. Deze narcistische mensen moeten realiseren dat zij niet enkel in zichzelf kunnen blijven geloven. Niet iedereen kan nu eenmaal beter zijn dan alle anderen, slimmer dan wie dan ook. Logischer wijs werkt dat gewoon niet en dan zou men ook wijs genoeg moeten zijn om, ironisch genoeg, ‘boven zichzelf uit te stijgen’ en die hoge dunk los te laten.
Wanneer iemand wordt getroffen door hebzucht, wordt deze persoon onbeheersbaar. Alles wat zijn hartje begeert, alles wat hij maar hebben wil, moet hij te pakken krijgen, koste wat het kost. Het is echter zo dat niemand alles wat hij wil kan krijgen, aangezien niemand anders dit dan ook zou kunnen. Onze wereld kent nu eenmaal niet genoeg van wat men kan bezitten, om iedereen die erop leeft, te geven waar zij om vragen. Men moet begrijpen dat er rechtvaardig gehandeld moet worden, als we willen dat niemand iets te kort komt.
Wanneer iemand zijn lusten, zijn lichamelijke behoeftes, na probeert te streven, wordt de rol die anderen spelen in het bevredigen daarvan, vaak vergeten. Helaas is het veel te belangrijk om daar wel rekening mee te houden. We mogen elkaar namelijk niet kwetsen om fysieke belangen. Men moet naar elkaar luisteren en leren om elkaars vrijheid niet in de weg staan, niet fysiek en ook niet mentaal. We moeten hopen dat we iemand met dezelfde verlangens tegenkomen, want dan pas kan er onderhandelt worden en kan men samen tot afspraken over lichamelijke-behoeftebevrediging komen.
Wanneer iemand vraatzuchtig wordt, wil hij alles wat hij denkt nodig te hebben, consumeren. Hij gelooft dat dit hem voldoening zal brengen. In werkelijkheid zorgt dit ervoor dat hij oververzadigd raakt, wat natuurlijk niet wenselijk is. We moeten gematigd consumeren en voor ons lichaam zorgen, zodat we gezond blijven. Ook hier werkt het zo dat wanneer één persoon niet simpelweg alles voor zijn eigen verzadiging neemt, iedereen kan blijven genieten.
Wanneer mensen om zich heen kijken, valt hen vaak direct op wat anderen hebben dat zijzelf niet hebben. Zelfs als zij dit eerder nog niet wilde bezitten of bereiken, voelen zij zich nu verplicht om ‘op hetzelfde niveau uit te komen’. Zulke mensen moeten echter inzien wat zijzelf hebben dat anderen juist niet hebben, welke kwaliteiten zij bezitten en deze nooit vergeten. Ze moeten geloven dat hoe zij zijn, verschillend van anderen, juist precies is zoals het zou moeten zijn, precies goed. Anders zou elk individu een kopie van één en dezelfde persoon worden, terwijl iedereen het gegeven kent, dat elk mens uniek hoort te zijn.
Wanneer iemand ervaart dat er iets fout gaat, is het vaak makkelijker om iemand anders de schuld te geven. We moeten echter inzien waar de fout werd gemaakt en ons eigen aandeel daarin toegeven. Men moet niet alles op anderen afreageren, zeker niet wanneer zij nauwelijks bij de situatie betrokken waren, maar slechts omstanders waren, eventueel per toeval. Fouten, van wie dan ook, moeten dus worden toegegeven en uiteindelijk losgelaten worden, vergeven en vergeten. Onze medemensen moeten we ten alle tijden liefhebben en dicht tot ons houden. Negatieve emoties mogen we nooit de overhand laten nemen.
Wanneer iemand te lui wordt, is deze persoon niet meer in staat om iets te doen. Er is dan ook niets meer dat hij zou willen doen. Zo kan het gebeuren dat hij allerlei mooie kansen aan zich voorbij laat gaan. Vanzelfsprekend kan men niet alleen op het najagen van adrenaline leven, maar het is toch goed om af en toe genoeg moed bij elkaar te rapen om op eigen initiatief iets avontuurlijks te ondernemen en soms zelfs risico’s te nemen. Anders zou onze enige kans om iets van het leven te maken wel op iets erg saais uitdraaien.
Wellicht is het dus goed om telkens als we op het punt staan een ondeugd te begaan, te overwegen of dat wel het juiste is om te doen, of dat we met behulp van deugd kunnen kiezen voor iets dat wel als ‘rechtvaardig’ bestempeld mag worden. Maar we kunnen natuurlijk ook gewoon naar Mandeville luisteren en hopen dat onze ondeugden voordelig uitpakken. Zolang we maar in onszelf geloven en wijs en moedig genoeg zijn om de juiste afwegingen te maken voor het goede leven.
Ter inspiratie sluit ik graag af met een muzikaal aanradertje: Vices & Virtues van Panic! At The Disco. Dat ik mezelf door de afgelopen zes jaar heen heb geslagen, heb ik te danken aan nummers zoals Memories en Trade Mistakes. Wie weet kunnen ze ook ooit iets voor u betekenen. We kunnen in ieder geval altijd een fijn achtergrondmuziekje gebruiken bij al dat filosoferen.
Bedankt voor de afgelopen drie jaar. Tot ziens!
Gebruikte bronnen:
[1] https://en.wikipedia.org/wiki/The_Fable_of_the_Bees [2] Verbrugge, Buijs & van Baardewijk [3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdzonde [4] https://414577.wixsite.com/essays-hilde/post/voetballer-bij-ajax [5] https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeven_deugden

Zeven Hoofdzonden door Jheronimus Bosch
Comentarios